In eerste instantie denken we aan het ontspannende poppenspel waarin betrokkenheid, beleving en ontroering vooropstaan. Kijkplezier en spelvreugde overheersen, dit was in het verleden zonder meer de belangrijkste vorm van poppenspel voor de basisschool. Doch poppenspel leent zich tot zoveel meer.
Met een didactisch opwekkend spel trachten we via een poppenspelsituatie kinderen zo te motiveren dat ze belangstelling krijgen voor een activiteit. Dit heeft gevolgen voor het spel:
- Het spel wordt onderbroken om plaats te maken voor de activiteiten. Het kan niet verder zonder dat de kinderen de poppen helpen, steunen, verrassen of voor de poppen iets doen of maken.
- Heel belangrijk is dat de gevraagde activiteiten werkelijk zinvol en functioneel zijn voor de vooruitgang van het spel. Bijvoorbeeld: meespeeltheater: de kinderen worden uitgenodigd om een decorstuk aan te brengen of er zelf eentje te maken.
- Het hoogtepunt komt op het moment dat de kinderen hun activiteiten weer inbrengen in het spel. Daar moet vooraf al aan gedacht worden, want dit moet een sterk moment worden. Immers, hier vinden de kinderen een waardering voor hun werk.
- Het spel wordt afgerond in een positieve sfeer. De kinderen moeten volop kunnen genieten van wat ze bijbrachten en van de reacties van de poppen.
In tegenstelling tot het didactisch spel wordt het functioneel poppenspel niet onderbroken. De activiteiten worden rechtstreeks begeleid of aangebracht door middel van het poppenspel. De didactische opbouw wordt volledig ondersteund door de poppen. Bv. Een lied aanbrengen
- Functioneel spel rendeert goed om bepaalde inhouden te hernemen, waarnemingen op een leuke manier te bespreken, een lied aan te brengen, een vers te leren…maar het spelplezier moet behouden blijven.
- De leerkracht zit ‘in’ het spel en zal daarin moeten blijven. Dat is soms moeilijk omdat een pop nu eenmaal niet reageert als een juf. Een pop kan bijvoorbeeld maar moeilijk plots met “Joke trek niet aan het haar van Hanne!” voor de pinnen komen.