pictohoekbolgroenzwBij de jongste kleuters is een keuzebord vaak nog niet aangewezen. Indien de kleuters het aankunnen, en indien men het nodig acht, kan in de loop van het schooljaar eventueel een eenvoudige vorm van het keuzebord aangebracht worden. De regels rond het keuzebord moeten echter soepel toegepast worden.

Bij elke hoek hangt een foto of duidelijke prent van de hoek zelf (visualisering van de hoek, keuzemogelijkheid). Je kan daarnaast dezelfde foto’s van de hoeken bundelen in een hoekenboekje. Dat boekje is altijd aanwezig in de boekenhoek, en kleuters kunnen tussendoor eens in de boekjes bladeren als ze moeite hebben met kiezen.

Je kan hoeken die gesloten zijn letterlijk afsluiten door de toegang af te verhinderen met bv. een touw of voorwerp. Een groene of rode stip of bol geeft aan of de hoek open of gesloten is.

Halskettingen of armbandjes kunnen bij hoeken gehangen worden. De kleuter doet er eentje aan als hij in de hoek gaat spelen. Zijn er geen kettingen of armbandjes meer, dan is de hoek vol.

We bieden ontwikkelkansen

IVzv1  Keuzes willen, durven en kunnen maken door betekenis te geven aan die keuzes en daar de verantwoordelijkheid voor opnemen

Groeien in kiezen

Leren kiezen tussen speelhoeken is een geleidelijk proces. De jongste kleuters gaan, zeker in het begin van het schooljaar, of bij een vernieuwd aanbod, een poos op verkenning in de klas, vlinderen als het ware van het ene naar het andere spelmateriaal. Doordat ze zich nog niet lange tijd kunnen concentreren, kunnen deze kleuters meestal niet lang met hetzelfde materiaal spelen.

Pas als ze de mogelijkheden van de materialen voldoende verkend hebben, kunnen ze gerichter kiezen en geleidelijk aan blijven de kinderen ook wat langer bij hun keuze.

Begeleiding door de leerkracht

Je kan de regels bij het spelen in de hoeken, en de  systemen die aangeven dat de hoek open/gesloten is, of, die aangeven dat de hoek vrij/vol is, pas geleidelijk aan introduceren.

Stel telkens, ook zonder een nieuw aanbod, kort de keuzemogelijkheden duidelijk voor. Ga in het begin van het schooljaar ook eens rond in de klas met de kleuters om alles te tonen. Een kleuter moet eerst weten waartussen hij allemaal kan kiezen voordat hij een goede keuze kan maken.

Geef de kleuters even de tijd om na te denken, voordat ze hun keuze moeten bekend maken (bv. even ogen hiervoor laten sluiten).

Ga geleidelijk aan de hoeken verrijken. Ga niet plots veel nieuwe mogelijkheden tegelijk aanbieden.

Als kleuters niet tot keuzes komen, of, bepaalde keuzes links laten liggen, moet je nagaan of het aanbod wel voldoet aan de behoeften van de kleuters.

Aandacht voor elk kind

Kleuters die niet tot enige vorm van keuze komen, en dus eigenlijk niet tot enige spelactiviteit komen, moet je begeleiden.  Observeer en overweeg wat je best doet.

Mogelijke interventies:

  • Laat de kleuter kiezen tussen een zeer beperkt aantal opties, bv.  2 opties.  Je kan ook de kleuter uitnodigen om in een bepaalde hoek te spelen, waarbij je even gaat meespelen.
  •  Helpen verwerken van onderliggende spanningen:  als een kleuter zich omwille van een reden niet goed voelt, kan dit belemmerend werken om echt te kiezen en betrokken bezig te zijn.
  • Bij kleuters die steeds voor hetzelfde aanbod kiezen, moet je goed observeren en overwegen of je wel/niet ingrijpt en hoe je ingrijpt (Laevers, F. & Van Sanden, P. (2002):
    • Ga na of er échte betrokkenheid is.
    • Ga na welke leerervaringen in het spel aan bod komen.
    • Ga na of er evolutie zit in het spel, of het spel rijker en complexer wordt.
    • Ga na of er voldoende ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Wat wordt in het spel van het kind allemaal geleerd of geoefend?
    • Ga na of er obstakels zijn voor bepaalde keuzes. Misschien kan het kind zelf moeilijk kiezen. In dat geval hoor je hem daarbij te begeleiden. Misschien worstelt het kind met bepaalde gevoelens die hem beletten bepaalde keuzes te maken.

Voorbeelden