De boekenhoek is een middel om de kinderen in contact te brengen met veel en veel soorten boeken. Door het luisteren naar verhalen, verruimen de kleuters hun woordenschat, en leren ze grammaticale systemen. via het contact met boeken, komen de kleuters in contact met schriftelijke taal (ontluikende geletterdheid).
Een boekenhoek kan tevens een vertelhoek en/of een luisterhoek zijn.
Zorg voor een knusse, relatief stille, uitnodigende hoek. Indien geen aparte boekenhoek mogelijk is, voorzie dan een rekje bij de zithoek.
Je biedt op een open rek een gevarieerd aanbod aan:
Zorg voor een kwalitatief aanbod aan gekochte boeken:
Enkele prentenboeken (eenvoudige, realistische verhalen die sterk aansluiten bij de leefwereld van de kleuters). De boekjes zijn van karton of plastic, maar er zijn ook andere.
Enkele boeken kunnen aan het lopend thema aangepast zijn, maar dit is zeker niet voor alle boeken nodig, vermits vooral boeken over alledaagse dingen herkenbaar zijn.
Kijkboeken met eenvoudige prenten, of een verrassingskijkboek.
Tijdschriften of catalogi, passend bij het thema dat loopt in de klas.
Je kan ook zelf boekjes maken. Zelfgemaakte kijkboeken, die je eventueel ook samen met de kleuters maakt, met eenvoudige prenten, kunnen kleuters ook boeien.
Mappen met de versjes en liedjes van de klas, waarvan prenten of foto’s de inhoud duidelijk maken, laten de kleuters terugblikken en de versjes/liedjes opnieuw beleven.
Een goed idee is om een fotoalbum te maken van de gezinnen van de kleuters. Deze foto’s kunnen troost bieden aan de kleuter bij moeilijke momenten én het is een middel om kleuters te laten kennismaken met elkaars gezinnen en leefsituaties (omgaan met diversiteit).
Je kan ook een fotoboekje maken met de foto’s van de hoekjes in de klas. Dit is een ondersteuning bij het leren kiezen, het stimuleert terugblikken en vooruitblikken.
Er kan een luisteraanbod aanwezig zijn: bv. een tablet of PC waar de kleuter kan kijken en luisteren naar digitale verhalen.
Een verteltafel is een tafel op kleuterhoogte, met daarop het boek (hetzelfde boek dat die week ook klassikaal verteld wordt), een decor, allerlei attributen. De kleuters gebruiken de attributen om het verhaal te vertellen, te ‘spelen’. Het decor en de figuren kunnen door de leerkracht en/of de kleuters gemaakt worden.
Een verteltas is een tas met een centraal prentenboek en allerlei spullen en spellen die te maken hebben met dat prentenboek. De verteltas kan in de klas gebruikt worden door een groepje kleuters, maar er kan ook via een uitleensysteem mee naar huis gegeven worden.
We bieden ontwikkelkansen
Kleuters maken kennis met schriftelijke taal, ze beseffen dat geschreven tekst het verhaal bij de prenten vormt.
TOsn1 Een schriftelijke boodschap verwerken
Natuurlijk biedt de boekenhoek meer ontwikkelkansen. Kleuters kunnen alleen of samen even tot rust komen in deze hoek. Kleuters kijken samen in boekjes of spelen samen aan de verteltafel, wat meerdere ontwikkelkansen biedt.
Groeien in spel
Jonge Kleuters worden aangesproken door eenvoudige, realistische verhalen en prenten. De inhoud moet bij hun dagelijkse leefwereld aansluiten. De prenten zijn duidelijk en eenvoudig, bevatten best nog niet veel details (globale waarneming).
De kleuter zal aanvankelijk zelf nog niet echt het verhaal navertellen, maar wel benoemen wat op de prenten staat, of wat opvalt op de prent. Geleidelijk aan zal de kleuter het verhaaltje ook kunnen navertellen (wanneer het eerst door een ander werd voorgelezen).
Begeleiding door de leerkracht
De begeleiding start vanuit een observerende houding van de leerkracht. Wat boeit de kleuter? Waar kan je als leerkracht op inspelen? De leerkracht kan zelf even erbij komen zitten in de boekenhoek, aansluiten bij wat de kleuter doet. De leerkracht kan voor een groepje kleuters even een verhaal vertellen, bv.
Door de verteltafel kunnen de kleuters gestimuleerd worden om zelf het verhaal te vertellen of te spelen. Dit wordt bij voorkeur stapsgewijs aangepakt. De leerkracht speelt zelf eerste het verhaal aan de verteltafel. Vervolgens vertelt de leerkracht het verhaal terwijl de kleuters het verhaal spelen met de attributen. Als derde stap vertellen en spelen de kleuters zelf het hele verhaal, in groep of alleen.
Voor de kleuters van de eerste kleuterklas zal de tweede stap nog veel tijd vragen.
Je kan telkens twee (of drie) kleuters uitnodigen aan de verteltafel of bij het spel met de verteltas, waarbij je taalsterke kleuters koppelt aan taalzwakke kleuters.
voorbeelden