Dag/nacht:

Je kan hier op verschillende manieren aandacht aan besteden, twee voorbeelden:

– de klaspop die gewekt wordt ’s ochtends en ’s avonds zijn pyama aantrekt om naar bed te gaan.

– Een wijzer die van de geel naar zwart wordt gezet en omgekeerd.

Visualiseer de daglijn met enkele duidelijke prenten of foto’s die de belangrijkste, terugkomende momenten van de dag weergeven. Bv. kringmoment, vrij kleuterinitiatief in deelgroepen, koek/drank, speeltijd, naar huis.  Je kan de schetsen horizontaal of in een cirkelvorm ophangen (cirkel: de dag, tijd, is een cyclus).

Een weekkalender is nog niet noodzakelijk, maar het mag wel. De weekkalender kan op verschillende wijzen worden opgesteld:

– Symbool per dag: bv. een maan voor de maandag, een dino voor dinsdag, een donderwolk voor de donderdag, vriendjes op vrijdag, een zaag op zaterdag, en de zon voor de zondag.

–  Een kleur per dag. Je kunt de dagen representeren met flessen, gevuld met gekleurd water. Op woensdag (halve dag school) is de fles half gevuld.

Een maandkalender is nog te moeilijk.

Je kan een seizoenskalender introduceren: een foto van de kleuters zelf in elk seizoen, een duidelijke prent per seizoen. Je kan deze afbeeldingen eventueel in cirkelvorm ophangen.

Verjaardagskalender:

Hang de foto’s van de kleuters volgens datum van verjaren uit in een reeks. Bij de kleuters die verjaren, wordt eventueel een kroon boven de foto gehangen. Zo zien de kleuters wie jarig geweest is en wie de volgende is.

We bieden ontwikkelkansen

OWti2  Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken

Groeilijn

De jongste kleuters leven in het heden, geleidelijk aan ontwikkelt zich het tijdsperspectief. De kleuters krijgen langzamerhand greep op de vaste structuur van de dag. Begrippen als voorbij, nu, straks leren de kleuters begrijpen. Morgen en overmorgen gebruiken de kleuters ook vlot, maar vaak niet in de juiste betekenis, bv. morgen voor alles wat nog moet komen.

Wanneer er aandacht aan besteed wordt, kunnen de kleuters (enkele) namen van dagen reproduceren. Echt inzicht in de structuur van een week hebben kleuters van de eerste kleuterklas meestal nog niet.

(Boone,M., 2008)

Begeleiding van de leerkracht

Je kan de namen van de dagen oefenen aan de hand van een liedje of versje, zonder het doel dat elk kind die namen al kent en kan toepassen.

Overloop de daglijn in het onthaal en verwijs er bij elk activiteitenblok kort naar. Hang een knijper of popje om aan te tonen welke activiteit nu aan de orde is.

Differentiatie:

De weekkalender is nog niet noodzakelijk. Deze kalender kan in de loop van het schooljaar geïntroduceerd worden, als de kleuters eraan toe zijn, of, als differentiatie gebruikt worden. Dan sta je tijdens het onthaal even stil bij de weekkalender, en je daagt de kleuters die eraan toe zijn uit door vragen te stellen.

Voorbeelden