De bewegingshoek neemt een minder prominente plaats in in de klas. Niet in alle tweede kleuterklassen vind je nog een hoekje die speciaal voor het bewegingsspel is ingericht. Vaak zijn de bewegingsmogelijkheden meer buiten de klas te vinden. Belangrijk is, om in het totale aanbod voldoende bewegingskansen te voorzien.
Een bewegingshoek kan ook een tijdelijke hoek zijn in de tweede kleuterklas.

Deze materialen kunnen nog in of rond de klas voorkomen:
fietsen (met steunwielen),  klimrek, een trampoline, enz.

Zorg dat rond de toestellen voldoende plaats is, zodat anderen niet gehinderd worden in hun spel.

Meestal worden bewegingstoestellen aangekocht door de school, toch is het mogelijk om ook zelf materialen te maken die in de bewegingshoek komen, enkele voorbeelden:

Een balanceerhoek: een verzwaarde houten kist, waarop je een loopplank legt zodat de kleuter van boven naar beneden moet lopen op de plank. Een kruiptunnel kan je maken op vele manieren, bv. door een een stevig en lang stuk karton in drie te vouwen en de einden aan elkaar te kleven. Voorzie in de tunnel ook kijkopeningen.
Je kan eens een matrassenparcours maken, eventueel samen met de kleuters : spring van matras tot matras.
Allerlei werp- en rolspelen kunnen, zoals kegels omrollen met een bal of bollo smitto.
Een fiets op rollen kan je maken , door een oude kinderfiets op rollen te installeren.

We bieden ontwikkelkansen

Naargelang de beschikbare materialen én bewegingsruimte, kunnen verschillende doelen binnen ‘groot motorisch bewegen’ nagestreefd worden.

Groeien in spel

De kleuter begint soepeler te bewegen. Het evenwicht evolueert, vooruit stappen op een helling of wat instabiele plaats lukt meestal al. Maar vaak gebeurt het ook dat het kind zijn evenwicht nog wat moet zoeken.

De kleuter kan een bal redelijk gericht gooien en rollen. Opvangen lukt ook, met een bal die voldoende groot is. Soms gebeurt het vangen nog te laat, het is nog moeilijk om de bewegingssnelheid in te schatten.

Kleuters hebben een elke dag een bewegingsaanbod nodig (in de klas, bewegingsactiviteiten of op de speelplaats).

Begeleiding van de leerkracht

Je laat kleuters in deze hoek best zoveel mogelijk vrij bewegen, naar eigen zin, tempo en mogelijkheden. Je houdt deze hoek wel goed in de gaten, en grijp in wanneer je ziet dat er gevaar dreigt voor de veiligheid van kinderen.

Aandacht voor elk kind

Nodig zeker kleuters die groot motorisch het wat moeilijk hebben, regelmatig expliciet uit in deze hoek (zonder dwang!). Moedig hen aan, geef alleen positieve feedback. Geef hen hulp indien nodig, maar ga hen geleidelijk aan zachtjes aanmoedigen om iets alleen te doen en vooral te durven (zelfvertrouwen in het bewegen opbouwen).

Voorbeelden