Deze hoek kan bestaan uit een zand- en watertafel uit de handel. Maar je kan ook zelf iets voorzien: teiltjes, plastic bakken, op een plastic zeil zand leggen,…
Je kan als materialen zand aanbieden, maar eventueel ook grind, graan, maïs, kleine keitjes, nootjes, schelpjes, al dan niet gecombineerd met water. Elk soort materiaal geeft een andere ervaring. Het ene stroomt tussen je vingers, het andere plakt eraan, met het ene materiaal kan je makkelijk bouwen (bv. nat zand), met het andere lukt dit niet (droog zand). Spelenderwijs krijgt het kind besef van natte en droge materialen, grove en fijne structuren.
Een zand/waterhoek kan ook buiten! Vaak kan dit dan groter, met meer mogelijkheden.
Je kan bij de zandtafel de basismaterialen zoals schepjes, zeef, emmertjes, harkjes, plastic flessen, (taart)vormen, trechters, aanbieden.
Je kan ook eens andere materialen aanbieden zoals: speelgoedauto’s, dierenfiguren, boompjes, popjes, scheepjes, … Je kan zo aansluiten bij een thema in de klas, zoals ‘de dierentuin’, ‘de boerderij’ of ‘het sprookjesbos’.
Materialen die geen duidelijke bestemming hebben, stimuleren de creativiteit van de kleuters enorm. Denk aan takjes, steentjes, kleine plankjes, tegeltjes, schelpen,… Kleuters zullen na een verkenningsperiode tot creatief, fantasierijk spel hiermee komen. Met deze materialen kan je zowel manipulerend spelen, als ze gebruiken om iets te bouwen, een landschap te maken, taartjes te versieren, …
Voorbeelden:
Met houstsnippers (haksel) kan je sporen maken, patronen leggen, gebruiken als voer voor dieren, je kan er paadjes mee maken of rechtop zetten om ruimtes af te bakenen. (Let wel op de kwaliteit van het haksel, kies voor haksel dat niet veel scherpe randen heeft en niet (erg) splintert.)
Voorwaarde:
Sorteer het materiaal in bakjes. Je kan een bakje/doos voorbehouden voor flessen en trechters (gieten), eentje met allerlei vormen, enz. Houd het materiaal schoon. Vervang en vernieuw het materiaal indien nodig.
We bieden ontwikkelkansen
Naargelang de activiteiten die de kleuters ondernemen in deze hoeken, zullen verschillende ontwikkelvelden, -thema’s en generieke doelen worden aangesproken.
Wat zeker aan bod kan komen:
MZzo1 Gericht en intens waarnemen met de zintuigen
IVoc2 Exploreren en experimenteren in de wereld rondom zich
Groeien in spel
De klemtoon ligt vooral op:
– Rollenspel
– Constructiespel
– Exploratie, onderzoek en experiment:
Ervaringen opdoen i.v.m. wiskundige en fysische begrippen:
o zwaarder / lichter
o De één-één-relatie (in elk vormpje 1 schelpje)
Experimenteren met materialen: bv. afdrukken maken in nat zand
Begeleiding van leerkracht
Te veel of te weinig materiaal in verhouding tot het zand/water, beperkt de experimenteerkansen. Het is dus belangrijk te overwegen hoeveel kleuters er maximaal aan de zand- watertafel kunnen spelen, om het spel alle kansen te kunnen geven.
Observeer het spel van de kleuters. Begeleiding van spel start door als het ware in te stappen in het spel van de kleuters. Dit kan door het spel te spiegelen en er woorden aan te geven.
Je kan inzetten op spelbegeleiding om het spel op een hoger, complexer niveau te brengen en zo de ontwikkeling van de kleuters te bevorderen.
Stimuleer de kleuters tot manipuleren en experimenteren. Op die manier stimuleer je tot het opbouwen van wiskundige/fysische inzichten. Dit kan je o.a. doen, indien het spel van de kleuter hiertoe leidt, door iets voor te tonen, en/of vragen te stellen als : “Het bootje gaat niet onder. Probeer eens of die steentjes ook blijven drijven” , “Doe jij dit flesje eens helemaal boordevol zand? Je kan deze trechter gebruiken.”, “Kan jij alle kleine steentjes uit het zand zeven? Probeer eens welke zeef je best gebruikt”, “Hoe kan je de brug stevig maken?”enz. Je kan kleine materialen (schelpen, eikels) verbergen onder het zand. Kleuters worden uitgedaagd ze te zoeken. Maar ook hier geldt steeds: geef niet zomaar dergelijke suggesties, maar sluit aan bij het spel dat de kleuter op dat moment speelt.
Je kan ook meespelen met het oog op het bevorderen van een goede leerkracht-kindrelatie. Door mee te spelen leer je een kind kennen, en in het spel kan je op een goede manier contact maken met een kind. Dit kan door een houding van rustige nabijheid, het spiegelen van het spelgedrag en van daaruit in interactie gaan met de kleuter. Laat het initiatief zoveel als mogelijk aan de kleuter.
Zorg regelmatig voor nat zand. Dit biedt nieuwe spelmogelijkheden.
Aandacht voor elk kind
Sommige kleuters kiezen niet spontaan voor deze hoek, of komen er amper tot experimenteren, vaak omdat ze het niet fijn vinden dat zand of andere materialen aan hun handjes (of voetjes) blijven plakken. Forceer deze kleuters niet, maar stel regelmatig voor om samen met het kind heel even iets te doen met het zand/water (bv. samen een zandtaartje maken en versieren). Maak de kleuter geleidelijk aan vertrouwd met de materialen en het gevoel dat erbij hoort. Wijs erop dat het niet erg is dat de handjes even vol zand (of modder) zitten, en dat je achteraf ze makkelijk kan proper maken.
Het sensopathische spel dat in de zandhoek mogelijk is, heeft vaak een helend effect op kinderen met sociale problemen.
Het vrij experimenteren en manipuleren in deze hoek laat kleuters toe om al spelend fysische en wiskundige inzichten op te doen. Je kan kleuters die je hiervoor een duwtje in de rug wil geven extra begeleiden in deze hoek. Sterkere kleuters geef je extra uitdagingen door het geven van opdrachten/opdrachtkaarten (zie ook: aanbod derde kleuterklas). Let wel: vervang het vrij spel niet volledig door zulke opdrachten. Je kan af en toe eens een opdracht geven, maar laat zeker voldoende tijd voor het vrij spelen in deze hoek. Het vrij spel in deze hoek biedt waardevolle ontwikkelkansen.