Vele ontwikkelingsmaterialen vinden een plaatsje in deze hoek. Natuurlijk is het de bedoeling om telkens een selectie van deze materialen aan te bieden.

voorbeelden:
mozaïeken allerhande
rijgkaarten
behendigheidsspelen
kleurenspel, geluidenspel, voelspel
vormenvoelspel
lotto’s
domino’s
memory’s
Eenvoudige gezelschapsspellen ( deze vragen voor kleuters van de tweede kleuterklas nog wat begeleiding!)

Vele van deze materialen kan je ook zelf maken en zo ook aanpassen naar het lopende belangstellingscentrum.

Elke soort ontwikkelingsmaterialen biedt eigen ontwikkelingskansen. Het is dus heel belangrijk dat de leerkracht een aanbod opbouwt dat een variatie aan ontwikkelingskansen biedt.

We bieden ontwikkelkansen

Elk materiaal biedt eigen specifieke ontwikkelingskansen.

Er kunnen spelmaterialen opgenomen worden die ontwikkelingskansen bieden bij:
zintuiglijke ontwikkeling: intens luisteren, voelen, kijken, proeven
ontwikkeling van het wiskundig denken
taalontwikkeling
emotionele en sociale ontwikkeling (tot interactie komen, samenwerken)
motorische ontwikkeling (kleine motoriek, lateraliteit)

Daarnaast zijn er bij alle ontwikkelingsmaterialen ontwikkelingskansen voor de ontwikkeling van de zelfsturing (zelfregulerend vermogen).

Groeilijn

De spanningsboog ontwikkelt zich, maar is nog beperkt.

De kleuter moet aangesproken worden op zijn interesse en niveau, om de taak te kunnen aanvatten en volbrengen.
De kleuter kan zelfstandig geconcentreerd werken zolang de taak zijn interesse heeft. Op verzoek van de leerkracht, kan de kleuter die geneigd is af te haken, wel weer even doorwerken.

Het egocentrisme neemt geleidelijk aan af, waardoor de kleuter meer in staat is om samen met andere kinderen te spelen of te werken. Toch blijkt het vaak nog moeilijk om zich in de gevoelswereld van anderen te verplaatsen.
De kleuter leert geleidelijk aan omgaan met winnen en verliezen, maar kan het moeilijk hebben met verliezen.
De kleuter kan zich al houden aan eenvoudige spelregels, maar vaak is het nog nodig dat de leerkracht in de buurt blijft.

Begeleiding van de leerkracht

Pas het aanbod aan materialen heel regelmatig aan, zodat het aanbod voldoende uitdaging blijft bieden aan de kleuters.

Een gezelschapsspel speel je, zeker de eerste keren, best samen met de kleuters.

Je kan bijhouden wie wat kiest en hoeveel keer, door bij het ontwikkelingsmateriaal een turfblad te geven (bv. vastgekleefd in het deksel). Op basis van deze gegevens kan je gerichte interventies doen. Daarnaast blijft ook het observeren van de concentratie, werkhouding, vaardigheden van de kleuter hiervoor belangrijk.

Aandacht voor elk kind

In sommige klasgroepen is het zo dat vooral snelle, intelligente kinderen voor deze materialen kiezen. Dan moet je als leerkracht je zorg richten op de kleuters die dergelijke activiteiten opvallend vaak mijden. Laat hen het plezier van zo’n spelletje ontdekken. Neem de tijd om dit samen te doen.

Indien nodig, haal je voor bepaalde kinderen eens materialen uit een andere klas (vorige of volgende leeftijdsgroep).

De moeilijkheidsgraad bouw je geleidelijk op. Alle kinderen, maar vooral faalangstige kinderen hebben nood aan succeservaringen.

Als een kind nog weinig taakgerichtheid of werkhouding bezit, dan pas je je verwachtingen aan. Dan kan je eerst eisen om een klein deeltje van de taak af te werken, en dit bouw je geleidelijk aan op.

Voorbeelden

Voor dit onderdeel is er nog geen inhoud.