Hier staat het exploreren van materialen uit de werkelijkheid, het waarnemen ervan, het experimenterend onderzoeken van hun eigenschappen en mogelijkheden, centraal.
De ontdekhoek kan vormgegeven worden door een ontdektafel of een ontdekdoos.
– een ontdektafel of ontdekhoek (exploratiehoek)
Hier kunnen kleuters voorwerpen bekijken, betasten, dingen uitproberen.
Naast de vrije exploratiekansen (spel), die in deze hoek het meeste aandacht moeten krijgen, kunnen een aantal zelfstandige opdrachten aangeboden worden (bv. een sorteerspel, een eenvoudig proefje, enz).
Bijvoorbeeld: een ontdektafel rond het BC ‘herfst’. Hierop komt een bakje met herfstmaterialen zoals noten (los en in hun bolster), kastanjes + bolsters, eikels. Er is een sorteerspel rond eetbaar / niet eetbaar. Daarnaast liggen verschillende notenkrakers, een infoboek met veel prenten, een dik boek om bladeren tussen te laten drogen, bladeren in plastic mapjes met de foto van hun boom, een vergrootglas, enz.
– het aanbieden van ontdekdozen
In de doos valt iets te ontdekken. Er zitten materialen in, waaraan een (zelfstandige) opdracht verbonden is. Deze opdracht is meestal gericht op zelfstandig handelen met concreet onderzoeksmateriaal. Met het materiaal in de doos kunnen de kleuters op een speelse manier eigenschappen of verschijnselen ervaren.
Bijvoorbeeld:
Een ontdekdoos met het materiaal en enkele opdrachtkaarten met proefjes rond drijven en zinken.
Een ontdekdoos kan echter op oneindig veel manieren worden ingevuld, naargelang de doelen die je voorop stelt.
Een voorbeeld:
De ontdekdoos ‘schoenen poetsen’. Hier zit een stuk plastic in om de tafel af te dekken, schoensmeer (mag ook kleurloos zijn), een oude leren schoen, een borstel en een doek. Er zit ook een gelamineerde kaart in waarop met foto’s aangegeven staat wat de kleuter moet doen, in welke stapjes.
Een ontdekdoos kan op oneindig veel manieren worden ingevuld, naargelang de doelen die je voorop stelt.
(Decraene, R., 2008)
We bieden ontwikkelkansen
IVoc2 Exploreren en experimenteren in de wereld rondom zich
Naargelang het aanbod, zijn er nog andere ontwikkelkansen bij deze hoek.
Groeien in spel
Het egocentrisme neemt geleidelijk aan af, waardoor de kleuter meer in staat is om samen met andere kinderen te spelen of te werken.
De meeste kleuters zijn van nature nieuwsgierig en zullen graag naar hartelust exploreren. Soms kunnen kleuters kunnen een wat afwachtende houding tonen tegenover nieuw materiaal. Wanneer het materiaal hun verwondering kan opwekken, of wanneer ze veel doekansen krijgen, zullen ze geleidelijk aan tot spel komen in deze hoek.
Er is ook nog vaak het probleem van verwoording, ze kunnen nog niet altijd goed zeggen wat ze ontdekken, inschatten, voorspellen, als resultaat zien. Ook hun motorische vaardigheden kunnen nog soms een problemen vormen bij proefjes die heel fijne motoriek vragen.
Bij het aanbieden van opdrachten:
De spanningsboog ontwikkelt zich, maar is nog beperkt.
De kleuter moet aangesproken worden op zijn interesse en niveau, om de taak te kunnen aanvatten en volbrengen.
De kleuter kan zelfstandig geconcentreerd werken zolang de taak zijn interesse heeft. Op verzoek van de leerkracht, kan de kleuter die geneigd is af te haken, wel weer even doorwerken.
Begeleiding van de leerkracht
Je kan het spel begeleiden door mee te spelen. Vanuit een observerende houding sluit je aan bij het spel dat de kleuter speelt. Je gaat dan gelijkaardige handelingen verrichten. Verwoord wat je doet, waardeer het spelgedrag van de kleuter. Vanuit de spontane interactie die dan ontstaat, kan je vervolgens een nieuwe handeling aan het exploratief spel toevoegen.
De ontdek- of exploratiehoek is in de eerste plaats een hoek waar er vrij spel kan plaatsvinden. Na verloop van tijd kunnen er zelfstandige opdrachten eraan verbonden worden. Wissel af in soort van opdracht: open en gesloten opdrachten kunnen aan bod komen. Geef daarnaast nog steeds voldoende kansen tot vrij spel.
Bij het aanbieden van opdrachten, kan je deze in de beginfase ook begeleiden.
De ontdekdozen zijn een middel om te differentiëren. Je kan de dozen samenstellen op maat van de kleuters, je kan ze samenstellen of aanpassen naar de behoeften van enkele kinderen. Je kan ook bij dezelfde ontdekdoos makkelijkere en moeilijkere zelfstandige opdrachten voorzien.
Alle kinderen, maar vooral faalangstige kinderen hebben nood aan succeservaringen. Waardeer expliciet hun exploratiespel. Bij de zelfstandige opdrachten bouw je de moeilijkheidsgraad geleidelijk aan op.