Je kan (nog niet: moet) elke peuter een eigen kenteken geven. Gebruik daarvoor liefst de foto van de peuter. Een heel eenvoudige prent als ‘symbool’ kan ook.

Voorzie in de onthaalhoek iets waarbij de peuter iets kan doen om aan te geven dat hij aanwezig is:

Voorbeelden:
Zijn foto op een bord hangen.
Zijn foto, die aan een bord hangt, omdraaien.
Een bordje dat bij zijn foto/kenteken hangt, omdraaien.
Een knuffel bij zijn foto zetten.

Voorzie een aanwezigheidsbord dat een speels, herkenbaar element bevat. Het is bijvoorbeeld een huis of een paddenstoel. Als je ervoor kiest om nog geen aanwezigheidsbord te gebruiken, is het toch belangrijk dat je elke peuter begroet en dat elke peuter bij het horen van zijn naam wordt uitgenodigd iets te doen. Bijvoorbeeld, een grote kraal over een stokje schuiven, een blokje in de blokkenstoof steken, enz.

Groeien in het gebruiken van symbolen

Peuters herkennen afbeeldingen die dicht aanleunen bij de realiteit, duidelijk en zonder veel details. We kiezen voor foto’s of heel eenvoudige prenten.

Begeleiding

Nodig de peuter uit de gevraagde handeling te doen, maar dwing hem niet.

Vraag nog niet aan de peuter zijn foto op een specifieke plaats te hangen op het aanwezigheidsbord, of zijn kenteken op zijn vakje te plaatsen. Laat de peuter daar nog vrij in.

Voorbeelden