Allerhande auto’s, tractoren, vrachtwagens. Je kan ook zorgen voor een garage met bovenverdieping en baan die naar beneden loopt.
We bieden ontwikkelkansen…
MUgr2 Plezier beleven aan verzonnen situaties – de werkelijkheid speels benaderen en opgaan in de eigen fantasie
IVoc2 Exploreren en experimenteren in de wereld rondom zich
Groeien in spel
Het spel in de autohoek zet aan om een beginnende vorm van rollenspel te spelen, maar kan ook een vorm van manipulerend spel en bewegingsspel inhouden.
Imitatiespel, de start van het rollenspel:
Bij de peuters gaat dit dan nog om rolgebonden handelingen. Het spel vormt nog geen echt verhaal, maar beperkt zich tot ‘flarden’ of ‘momenten’ (bv. even met de auto rijden, bijpassende geluiden maken, een auto doen botsen met een andere).
Manipulerend spel:
Het gaat hierbij om functioneel spel en effectspel waarbij het kind de mogelijkheden te verkent van alles op wieltjes: van een baan laten afrijden, vooruit duwen en loslaten, enz.
Bewegingsspel:
De peuter heeft nog een grote bewegingsdrang. In de autohoek gaat de peuter bv. rondkruipen (= oefening van de grote motoriek) en de auto doen rijden over de grond, de kiepwagens op en neer bewegen, enz .
Doordat de peuter ook de auto’s en vrachtwagens hanteert, gebruikt ook klein motorische vaardigheden.
Begeleiding van de leerkracht
Oriënteer de peuters op het spel. Dit kan je doen door het materiaal te tonen en te demonstreren wat je ermee kan doen. Zorg ervoor dat de peuters zelf kunnen opruimen door hanteerbare opruimbakken te voorzien waarop een foto van het materiaal is bevestigd (= impuls ‘structureren’).
Laat de peuters volop manipuleren. Je kan meespelen om het spel van de peuters te stimuleren, maar doe dit zonder hun spel te verstoren. Ga daarom rustig bij de peuters neerzitten, met een afwachtende houding. Volg hun initiatief. Je kan het spel van de peuters spiegelen en hun handelingen en belevingen verwoorden (‘Jij probeert de auto heel snel te laten rijden. Waauw!’). Om dat te kunnen doen, moet je eerst heel goed observeren wat het spel van de peuters echt inhoudt, wat de peuter precies boeit en plezier verschaft. Vanuit deze meespelende houding kan je dan een nieuw spelidee, dat aansluit bij wat de peuter boeit, aangeven.
Je kan de peuter die reeds rolgebonden handelingen stelt, verder stimuleren in het spelen van rollenspel (bv. “Oei. Er is een ongeluk gebeurd. Kom jij met de ambulance? …”).
Je kan de peuter gaandeweg vertrouwd maken met nieuwe woordenschat rond de materialen en het spel.
Met andere woorden: geef doen, denken en taal impulsen.