Glijbaan, loopfietsjes en –auto’s, een eenvoudig klimrek, doorkruipbuis, ballenbad, wip, hobbelpaard, schuimrubberen kussens, zijn mogelijk. Natuurlijk hoeven deze niet allemaal in de klas te komen!

Zorg dat rond de toestellen voldoende plaats is, zodat anderen niet gehinderd worden in hun spel.

Meestal worden bewegingstoestellen aangekocht door de school, toch is het mogelijk om ook zelf materialen te maken die in de bewegingshoek komen, enkele voorbeelden:

Doorkruiptunnel: deze kan je ook zelf maken, door een stevig en lang stuk karton in drie te vouwen en de einden aan elkaar te kleven. Voorzie in de tunnel ook kijkopeningen.

Doorkruiphoepel: zet een hoepel rechtop door bv. de hoepel te plaatsen in twee houten blokken waarin je een gepaste uitkeping hebt gemaakt.

We bieden ontwikkelkansen…

De bewegingshoek biedt voornamelijk kansen voor het persoonsgebonden ontwikkelveld grootmotorisch bewegen (Zill, katholiek basisonderwijs Vlaanderen). Naargelang het aangeboden materiaal en de activiteiten van de kinderen worden daarbinnen verschillende generieke doelen aangesproken.

Groeien in bewegen

Peuters bewegen graag en veel, voelen a.h.w. een drang om te bewegen.  Het is ook nodig dat ze zich veel mogen en kunnen bewegen, het zorgt voor een goede spierontwikkeling en het bevordert de groot motorische vaardigheden, die nu volop in ontwikkeling zijn.
Vanuit veelvuldige ervaringen met bewegen wordt het kind zich ook meer bewust van de eigen motorische mogelijkheden, wat bijdraagt tot de vorming van een ik-bewustzijn.

Ze bewegen zich nog op een zoekende, wat ruwe en onbeheerste manier. Het evenwicht vinden en behouden, is nog heel moeilijk.

Begeleiding van de leerkracht

Je laat peuters in deze hoek best zoveel mogelijk vrij bewegen, naar eigen zin, tempo en mogelijkheden.

Je kan de peuters oriënteren op het spel in de bewegingshoek. De peuters zullen meestal zelf vinden hoe ze bewegend kunnen omgaan met de aangeboden materialen. Toch kan het zinvol zijn de hoek ook eens expliciet voor te stellen. Je kan bv. de klaspop eens laten voortonen wat je er kan doen. Dit kan een aanmoediging zijn voor peuters die wat angstig zijn om volop te gaan bewegen in de hoek.

Je houdt deze hoek goed in de gaten, en grijp in wanneer je ziet dat er gevaar dreigt voor de veiligheid van kinderen.

Toon waardering voor wat ze doen, wat ze al kunnen en al durven. Je kan de peuters ook eens expliciet uitdagen iets nieuws te proberen (‘Kan je ook daar al op klimmen?’).

Je kan het spel in verschillende hoeken met elkaar verbinden. Je kan het spel in verschillende hoeken met elkaar verbinden. Zo kan je de kleuters van de huishoek aanmoedigen eens rond te fietsen met hun pop, bv.

Geef ook taal aan wat de peuters doen. Zo kan je benoemen dat ze ‘hoog klimmen’, ‘snel glijden’ , enz. Je kan door vragen te stellen taal bij peuters uitlokken. Je kan gaandeweg de peuters vertrouwd maken met getallen en rangtelwoorden (bv. ‘Je bent de tweede in de rij. Na X is het dus jouw beurt om van de glijbaan te gaan.’).

Aandacht voor elk kind:

Nodig zeker peuters die groot motorisch het wat moeilijk hebben, regelmatig expliciet uit in deze hoek. Moedig hen aan, geef alleen positieve feedback. Geef hen hulp indien nodig, maar ga hen geleidelijk aan zachtjes aanmoedigen om iets alleen te doen en vooral te durven (zelfvertrouwen in het bewegen opbouwen).

Voorbeelden