De weerkalender kan zevental weeraspecten bevatten: zon, regen, wolken, wind, warm, koud.
Gebruik als weerkaartjes duidelijke foto’s van herkenbare weertypes. Beperk je tot een vier à vijftal foto’s, je kan ze wel aanpassen aan het seizoen.
Je kan de weerkaartjes op een horizontale of verticale lijn aanbieden en een magneetje of figuurtje de juiste weerkaart laten aanduiden.
We bieden ontwikkelkansen
OWna6 Het weer en het klimaat waarnemen, onderzoeken, beschrijven en vergelijken; aantonen hoe leefgewoonten mee bepaald worden door het weer en het klimaat
MZzo1 Gericht en intens waarnemen met de zintuigen
Groeilijn
Kleuters kunnen al een zevental weeraspecten herkennen en benoemen: zon, regen, wolken, wind, sneeuw, warm, koud.
Begeleiding door de leerkracht
Het is voldoende om één keer per dag expliciet stil te staan bij het weer. Laat de kleuters zelf het weer goed waarnemen. Zorg dus dat ze een kijkje naar buiten kunnen nemen. Stel eenvoudige vragen: Zie je wolken? Is er zon? Is er regen? Laat bij elke vraag een kleuter antwoorden.
Verwijs naar de juiste kledij bij dit weer.