Naargelang de kansen tot exploreren je wilt bieden kan je gietertjes, emmertjes, lepels (om te scheppen en te roeren), potjes met gaatjes erin geprikt, …, aanbieden, of eerder materiaal zoals plastic eendjes of andere waterfiguurtjes. Je kan ook de kleuters doen ervaren wat drijft en wat zinkt: steentjes, hout, een metalen voorwerp, een spons, een linnen doekje, kurken.

Met winterweer kan je bv. sneeuwballen maken buiten en samen met de kleuters deze in de (lege) watertafel leggen. Je kan ook eens enkele ijsblokjes aanbieden.

We bieden ontwikkelkansen 

Naargelang de activiteiten die de kleuters ondernemen in deze hoeken, zullen verschillende ontwikkelvelden, -thema’s en generieke doelen worden aangesproken.

Wat zeker aan bod kan komen:

MZzo1 Gericht en intens waarnemen met de zintuigen

IVoc2 Exploreren en experimenteren in de wereld rondom zich

Groeien in spel

De klemtoon ligt vooral op:

  • Sensopathisch , manipulerend spel: door vingers laten vloeien, doorploegen, harken met vingers, kneden, roeren,…
  • Explorerend manipulerend spel:
    • Zonder materiaal
    • Met materiaal

Toch kan er bij de jongste kleuters ook al wat eenvoudig rollenspel (met plastic figuurtjes, bootjes, enz.) ontstaan bij de watertafel.
Wanneer zand kan gemengd worden met water, ontstaat nieuw manipulerend spel en misschien ook al wat constructiespel. Naargelang het materiaal dat je aanbiedt, zal een ander soort spel ontstaan.

Begeleiding van de leerkracht

Te veel of te weinig materiaal in verhouding tot het zand/water, beperkt de experimenteerkansen. Het is dus belangrijk te overwegen hoeveel kleuters er maximaal aan de zand- watertafel kunnen spelen, om het spel alle kansen te kunnen geven.

Observeer het spel van de kleuters. Begeleiding van spel start door als het ware in te stappen in het spel van de kleuters. Dit kan door het spel te spiegelen en er woorden aan te geven.

Je kan inzetten op spelbegeleiding om het spel op een hoger, complexer niveau te  brengen en zo de ontwikkeling van de kleuters te bevorderen.

Stimuleer de peuters tot manipuleren en experimenteren. Dit kan je o.a. doen door iets voor te tonen, en/of vragen te stellen als : “Het bootje gaat niet onder. Probeer eens of die steentjes ook blijven drijven” of “Giet jij met een gietertje dit emmertje eens boordevol?”
Op die manier rijk je meteen ook taal aan.   Ga niet zomaar dergelijke suggesties geven, maar sluit aan bij het spel dat de kleuter op dat moment speelt.

Je kan ook meespelen met het oog op het bevorderen van een goede leerkracht-kindrelatie. Door mee te spelen leer je een kind kennen, en in het spel kan je op een goede manier contact maken met een kind.

Voorbeelden

Er is nog geen inhoud voor dit onderdeel.