De winkelier moet in een afgebakende ruimte kunnen zitten, zodat de klant niet zomaar achter de toonbank komt. Het is fijn als de winkelier zelf met een bordje kan duidelijk maken of de winkel open of gesloten is, want dit doen echte winkeliers ook.
Zorg voor een winkelrek, gevuld met een reeds ruim (maar overzichtelijk, dus gedoseerd) aanbod aan winkelwaar. Deze winkelwaar pas je, indien mogelijk, aan aan het lopende belangstellingscentrum (speelgoedwinkel, fotozaak, apotheek, kruidenier, supermarkt, kledingwinkel, muziekhandel, hoevewinkel, dieren(assecoire)winkel enz.). Kleuters kunnen winkelwaren ook zelf maken.
Je kan zelf kleuters sturen tot een bepaalde ordening door op het rek met prenten of picto’s aan te duiden welke goederen waar horen.
De winkelwaar kan zowel bestaan uit losse voorwerpen en verpakkingen. Let erop dat er verschillende soorten (verschillende vormen en materialen) verpakkingen worden aangeboden, die zich telkens op andere manieren laten ordenen of stapelen: zakjes, flesjes, tubes, cilindervormen, kubusvormen, enz. Door de verpakkingen te vullen krijgen de winkelwaren ook elk een eigen gewicht. Een weegschaal met twee armen hoort er dan ook bij.
Inpakpapier en plakband maakt het compleet.
Betalen kan met knopen, kastanjes, schijfjes, … Er is slechts één eenheid om te betalen (of eventueel per product een andere eenheid). De prijs wordt aangeduid met het getalbeeld, het aantal stippen wordt best op maximaal 5 stippen gehouden. (Boone, 2008; Rosseel, 2011)
Het is belangrijk dat het spel van de winkelhoek kan gecombineerd worden met het spel in andere hoeken, waaronder zeker de andere hoeken voor rollenspel, huis-, poppen- en verkleedhoek. Ook andere combinaties kunnen.
Ontwikkelingskansen
In het vrij spel in deze hoek krijgt de ontwikkeling op vele domeinen stimulansen. De taalontwikkeling wordt gestimuleerd in het samenspel, net als de socio-emotionele ontwikkeling. De kleuters leren de werkelijkheid meer begrijpen door het rollenspel, de kleuters nemen initiatief om het spel zelf vorm te geven. Door ervaringen op te doen met hoeveelheden en getallen, door winkelwaar te sorteren, zetten kleuters stappen in hun wiskundig denken.
MUgr2 Durven fantaseren en verbeelden
OWsa2 Ervaren, onderzoeken, vaststellen en uitdrukken hoe mensen in hun levensonderhoud voorzien
WDgk1 Inzicht verwerven in hoeveelheden
WDgk2 Inzicht verwerven in tellen
WDmm1 Vergelijken en ordenen zonder maateenheden
Groeien in spel
Kleuters van de tweede kleuterklas kunnen al wat samen spelen. De ander wordt niet meer als bedreigend ervaren.
Het manipulatief spel blijft aanwezig, hoewel de kleuters nu ook al tot een rijk rollenspel kunnen komen.
Doen alsof-spel: De kleuter gaat in een eenvoudig rollenspel belang hechten aan het zich inleven in een bepaalde rol. Daarbij worden niet alleen handelingen nagespeeld, maar ook wat de gespeelde personen zeggen, de relaties die ze hebben, wat ze zeggen, zijn belangrijk. Een volgende fase start wanneer kleuters een gezamenlijk spel beginnen, elk met een rol en later ook een soort van gezamenlijk ontwikkeld en gedeeld ‘verhaal’ dat bij de rollen hoort. Men spreekt ook van thematisch rollenspel. Het rollenspel wordt dus ook geleidelijk aan interactiever. (Janssen-Vos, 2006)
Cognitieve ontwikkeling: Het betalen (en wegen) in de winkelhoek is voor vier- en vijfjarigen aanvankelijk niet meer alleen het nabootsen van de handeling, de symbolische beweging, maar geleidelijk aan groeit het inzicht in het wiskundig aspect van ‘betalen’.
Ook in het classificeren en seriëren maken de kleuters vorderingen. De kinderen kunnen daarbij eerst rekening houden met één kenmerk (bv. kleur), geleidelijk aan ook met twee kenmerken (bv. kleur en vorm). (Boone, 2008)
Begeleiding van de leerkracht
Het blijft zinvol om de inrichting van een winkel te laten voorafgaan door een leeruitstap aan een echte winkel.
De inrichting van de winkel doe je best samen met de kleuters, eventueel in kleine groep. Telkens wanneer de inrichting van de winkel ingrijpend verandert, herneem je dit.
Bij het samen (her)inrichten van en het spel in de winkel kan het classificeren (alle groenten samen) en seriëren (van klein naar groot) ruimschoots aan bod komen. Ook het ruimtebesef kan geprikkeld worden (bv. zwaarste voorwerpen onderaan, lichtste bovenaan). Het verpakken van materialen stimuleert de kleine motoriek, maar laat kleuters ook rekening houden met de grootte en vorm van de te verpakken producten. Stimuleer de kinderen tot deze soort acties.
“Tijd” kan ook aan bod komen, doordat je met de kleuters de openingstijden van de winkel bespreekt en aanduidt.
Je kan kleuters helpen met juist te betalen door hen per gekocht product het nodige aantal centen, knopen,… erbij te laten leggen.
De basishouding bij spelbegeleiding is het serieus nemen van het spel van de kinderen, en er willen en durven in meegaan. Dit doe je door eerst een rustige, afwachtende en observerende houding aan te nemen. Je stelt je nabij op, en je kijkt en luistert aandachtig naar de kinderen, om goed te begrijpen waar hun spel precies om gaat, waar ze plezier in vinden en waar ze eventueel nog nood aan hebben. Daarna kan je gaan meespelen, om zo een meerwaarde te bieden in de ontwikkeling van het spel, of, om door samen te spelen, te investeren in de relatie met deze kleuters.
Zowel bij het winkelspel zelf (door even mee te spelen) als bij het terugblikken op dit spel rijk je woordenschat aan én laat je de kleuters zelf ook hun ervaringen verwoorden. Stimuleer de kleuters om de beleefdheidsregels te volgen. Kleuters die klant spelen stimuleer je om goeiedag te zeggen, te vragen welke koopwaar ze willen (met a.u.b.), om te vragen hoeveel het kost, en om na het betalen opnieuw dag te zeggen aan de verkoper. De verkoper zegt goeiedag, wat wenst u, zegt hoeveel het kost, bedankt en zegt ’tot ziens’.
(De Clercq, Vandevoordt, Verbeeck, 2006; Aelterman, Buttiens, Clement, D’Haes, 1997; Rosseel,2011)
Aandacht voor elk kind
Zorg voor de emotionele ontwikkeling:
Kleuters met een andere thuiscultuur dan de Westerse cultuur kunnen zich veiliger voelen als ze in de winkelhoek ook met koopwaar kunnen spelen die ze herkennen van bij hen thuis. Dit betekent voor de andere kleuters ook een verrijking.
Zorg voor de sociale ontwikkeling:
Wanneer kleuters nog moeilijk tot rollenspel komen:
Bouw een heel eenvoudig doe-alsofspel op, door zelf handelingen voor te tonen. Bv. je speelt even klant, of je speelt even winkelier.
Wanneer kleuters moeilijk tot samenspel komen:
Ga zelf even meespelen, en nodig in het spel twee kleuters uit om (even) met elkaar in interactie te gaan.
Zorg voor de taalontwikkeling:
Benoem duidelijk de gebruikte materialen en handelingen. Stel vragen m.b.t. het spel (bv. speel zelf ook een rol en laat dit personage de kleuter dingen vragen) waardoor de kleuter ertoe aangezet wordt om zelf veel te praten. Stel bij het terugblikken op dit spel concrete vragen aan deze kleuter (Wat heb je gekocht? Hoe heb je betaald, hoe moet je dat doen?)
Zorg voor de ontwikkeling van de kleine motoriek en de zelfredzaamheid:
Stimuleer klein motorische handelingen zoals het opendoen en dichtdoen van verpakkingen, het stapelen van winkelwaar op het rekje, het inpakken van winkelwaar (het is normaal dat dit nog wat slordig gebeurt!), enz.