De daglijn kan gedetailleerd worden weergegeven, met picto’s (reeds vrij abstracte voorstellingen kunnen). Niet alleen de terugkerende activiteiten of grote blokken worden afgebeeld, maar  ook  de andere activiteiten, bv. de open hoeken  of mogelijke activiteiten bij het vrij kleuterinitiatief.

De weekkalender kan op verschillende wijzen worden opgesteld:

– Symbool per dag: bv. een maan voor de maandag, een dino voor dinsdag, een donderwolk voor de donderdag, vriendjes op vrijdag, een zaag op zaterdag, en de zon voor de zondag.

– Een kleur per dag. Je kunt de dagen representeren met flessen, gevuld met gekleurd water. Op woensdag (halve dag school) is de fles half gevuld.

Je kan de scheurkalender aan de weekkalender koppelen.

De maandkalender:

Visualiseer elke maand door een kleur en afbeelding die verwijzen naar typische gebeurtenissen. bijv.: december: Sint en Kerst; januari: nieuwjaar;  februari: carnaval.  Je kan ook de naam van de maand erbij uithangen (hoe: spreek af met eerste leerjaar). Gebruik een scheurkalender en hang de blaadjes van de kalender uit.  De jaarkalender is de synthese van de maandkalender.

Seizoenskalender: een afbeelding per seizoen.  De afbeelding kan de fenomenen uit de natuur weergeven: bv. vallend blad, bloesems.   Je kan deze kalender koppelen aan de maandkalender.

De verjaardagskalender:

Combineer de kalender met de maandkalender, of baseer je bij de opmaak van de aparte verjaardagskalender op de maandkalender. Je kan de kentekens, of/en de namen van de kleuters gebruiken.

We bieden ontwikkelkansen

OWti2 Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken

Groeilijn

Vijf à zesjarigen hebben een volledig besef van vroeger en nu, terugblikken en plannen lukt.

De meeste kleuters kunnen de namen van de dagen zeggen, en bij velen lukt dit al (ongeveer) in de juiste volgorde.

De kleuters kennen de naam van de actuele maand, als die wordt voorgezegd. De meesten kunnen nog niet alle maanden opsommen, en ook niet in de juiste volgorde.

(Boone, M., 2008)

Begeleiding van de leerkracht

Een versje of liedje om de namen van de dagen van de week in het geheugen te brengen, is aangewezen.

Overloop met alle kleuters tijdens het ochtendonthaal de daglijn. Verwijs er tijdens elk blok activiteiten naar. Hang een knijper of popje om aan te tonen welke activiteit nu aan de orde is. Dit kan je ook door een kleuter laten doen. Heb daarbij ook aandacht voor het aanbrengen van begrippen als voorbij, nu, straks.

Bij het invullen van de weekkalender heb je aandacht voor begrippen als vandaag, gisteren, morgen, overmorgen, eergisteren, weekend.

Voorbeelden