Er kunnen al veel materialen opgenomen worden in de hoek. Het blijft wel belangrijk dat alles overzichtelijk blijft, dat het aanbod niet té uitgebreid is voor de kleuters. Je kunt bepaalde materialen tijdelijk aanbieden, en dan eens wisselen. Ook breekbare materialen kunnen al, op voorwaarde dat er duidelijke afspraken rond zijn.
Een keukentje:
– Materialen om te roeren, gieten, op te scheppen, af te wassen … Zorg voor een grote en een kleine pot, zorg voor pannen en –steelpannen in verschillende groottes (bv. een grote, een middelgrote en een kleine pan), verschillende formaten bakvormen, een koffiezetapparaat, een koelkast, een picknickmand, (microgolf)oven, enz.
– Voorzie ook al wat materialen voor rollenspel rond kinderzorg: kinderstoel, slabbetjes, kinderbestek.
– Een kruidenrekje, waarop potjes met prent en benaming van het kruid.
– Je kan (niet tegelijk!) verschillende serviezen aanbieden: ontbijt- dessert-, diner-servies.
– Keukenwekker, klok, keukenweegschaal
– Gevisualiseerde recepten
– Voorzie voeding in speelgoedversie. Zorg dat dit afwasbaar is (bv. van plastic). Natuurmateriaal is ook belangrijk, zolang het veilig en hygiënisch blijft, bv. een aantal okkernoten en kastanjes in herfst. Ook kurkjes, dopjes (niet te klein), eventueel wat rijst of pasta, kunnen met wat fantasie dienen als ingrediënten in de keuken. Zo kunnen kleuters ook gieten, roeren en opscheppen. Ook zoutdeeg kan tijdelijk in de huishoek worden aangeboden. Je kunt een soort van kookboek maken, met daarop een visuele voorstelling van “gerechtjes” dat de kleuters kunnen maken met het beschikbare materiaal.
Een tafeltje met zitbankje of met 4 stoeltjes.
Materiaal om de tafel te dekken en te versieren: tafellaken, bloemen, servetten, kaarsje.
Een kast met legplanken. Je kunt er pictogrammen van het materiaal op kleven, zodat de juiste plaats van het materiaal voor de kleuters duidelijk is.
Een bedje kan ook.
Een telefoon, een telefoonboekje (met bv het nummer van de Sint, het nummer van de school, een noodnummer, …), een notitieboekje, een krant of tijdschrift eventueel een radio, eventueel een tv-gids en tv-kast.
Enkele onderhoudsproducten: een veegborsteltje, borstel en blik, stofdoeken, een zeemlap, verpakkingen en lege flessen van onderhoudsproducten, stofzuigertje, zwabber. Andere zaken kunnen eventueel ook: een kaptafeltje, een droogrekje,… .
Slappe poppen kunnen zeker nog worden aangeboden, maar daarnaast zijn kunststofpoppen ook noodzakelijk. Poppen met beweegbare ledematen kan je ook goed doen zitten. Bied poppen aan met verschillende huidskleuren.
Bied een beperkt, maar goed overwogen aanbod poppenkleren aan. Let op de nabootsingsdrang, en varieer ook naar de tijd van het jaar: in de winter zijn muts en sjaal, jasje belangrijk. Voorzie een aantal kledingstukken met allerlei sluitingen (ook strikken, knopen, veters). Voorzie kledingstukken die passen voor de ene pop, maar te klein of te groot zijn voor een andere pop. Ook poppenkleren moeten gewassen worden: voorzie de mogelijkheid om de kledij te ‘wassen’ en te ‘drogen’.
Naast enkele bedjes met dekentjes en kinderwagens voorzie je allerlei verzorgingsmateriaal: een klein badje, potje, kinderstoel, borsteltje of kammetje, slabbetje, toiletpapier of doekjes, luiers, handdoekje, tandenborsteltje, er zijn vele mogelijkheden. Ook een wekker kan.
Eventueel kan je dit materiaal, al dan niet tijdelijk, aanvullen met een doktersvaliesje. Dat valiesje kan al meer inhoud bevatten: stethoscoop, koortsthermometer, een lichtje om in de keel te kijken, verbandjes, pleisters, een flesje ontsmettingsstof (leeg), een (lege) tube zalf, enz .
Een knuffeldier kan als huisdier dienen.
Een leuk idee is het werken met scenario’s:
– scenariodozen:
Maak een aantal dozen aan rond bepaalde thema’s. In de doos ‘schoonmaken’ vind je alle gerief om een rijk rollenspel daarrond op te bouwen. In de doos ‘verjaardag’ vind je alles wat kan leiden tot een spel ‘verjaardag vieren’, zoals een uitnodiging, slingers en andere versiering, een speelgoedtaart, enz. In de doos ‘huisdier’ vind je een knuffelhond of poes met attributen voor de verzorging van het dier.
– checklists met pictogrammen/ stappenplannen/ fotoboeken:
Je kan de kleuters een aantal handelingen voorstellen. Kleuters krijgen zo inspiratie voor hun spel en kunnen eventueel daarna aanduiden welke handelingen ze al gespeeld hebben. Dit vormt een uitgangspunt voor het terugblikken.
Bv. de lijst rond ‘huisdier’: mandje opmaken met een dekentje, het dier eten geven, kleine kittens of puppys’ voeden met een flesje, de hond borstelen, een leiband omdoen, gaan wandelen met de hond, onderzoek door dierenarts.
Bij het opstellen van scenario’s, kan je aandacht hebben voor rijk spel, waarbij verschillende hoeken met elkaar worden verbonden. Bv. ingrediënten om te koken in de huishoek kopen in de winkel, iets timmeren (timmerhoek) om in de huishoek te gebruiken. Hierbij is de inbreng van de kleuters ook belangrijk: de leerkracht geeft een insteek, de kleuters ontwikkelen hun spel verder, de leerkracht verrijkt dit spel verder.
(Boone, M., 2008 ; Decraene, R., 2005; Plessers, B. & Vandormael, R.)
We bieden ontwikkelkansen
In het vrij spel in deze hoek krijgt de ontwikkeling op vele domeinen stimulansen. Zowel persoons- als cultuurgebonden ontwikkeling komt aan bod. De socio-emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd in het samenspel, net als de taalontwikkeling. Kleuters leren de werkelijkheid meer begrijpen door het rollenspel, kleuters nemen initiatief om het spel zelf vorm te geven.
In Zill kunnen we daarbij ook, onder andere, deze generieke doelen aanduiden:
MUgr2 Durven fantaseren en verbeelden
MUva3 De technische en expressieve vaardigheden die nodig zijn om zich muzisch uit te drukken in beeld, muziek, dans en drama verfijnen
De huishoek is een belangrijke oefenplaats voor het verwerven van inlevingsvermogen en sociale vaardigheden.
SEiv1 Zich inleven in anderen, andere standpunten en situaties, zonder de eigen identiteit te verliezen
Groeien in spel
Ook vijfjarigen kunnen nog opgaan in het manipulatief spel. Het manipulatief spel blijft altijd een basis, het manipuleren is altijd belangrijk in het verkennen van nieuwe spelmogelijkheden, ook nu de kinderen in hun spelontwikkeling al een stap verder zijn.
Rond de leeftijd van vijf jaar kunnen kleuters al helemaal opgaan in een echt, interactief, thematisch rollenspel.
De kleuter bootst grote mensen na, maar ook allerlei figuren uit verhalen.
De meeste kleuters kunnen op vijfjarige leeftijd reeds samenspelen. In een eerste fase overheerst nog het associatief spel, samen spelen zonder een gemeenschappelijke taakverdeling of doel. Later komt daarbij ook het coöperatief spel, waarbij er een gemeenschappelijk plan of gemeenschappelijk doel is, en er dus ook over rollen, taken en spelactiviteiten wordt onderhandeld. Bv. “Ik ben de opa. Jij mag me telefoneren en zeggen dat je op bezoek komt.” Op die manier tonen kleuters ook initiatief, ondernemingszin.
(Janssen- Vos, F, 2001 ; De Jonckheere, P., 2009; Struyven, K., 2009)
Begeleiding van de leerkracht
De basishouding bij spelbegeleiding is het serieus nemen van het spel van de kinderen, en er willen en durven in meegaan.
Dit doe je door eerst een rustige, afwachtende en observerende houding aan te nemen. Je stelt je nabij op, en je kijkt en luistert aandachtig naar de kinderen, om goed te begrijpen waar hun spel precies om gaat, waar ze plezier in vinden en waar ze eventueel nog nood aan hebben.
Daarna kan je gaan meespelen, om zo een meerwaarde te bieden in de ontwikkeling van het spel, of, om door samen te spelen, te investeren in de relatie met deze kleuters.
Meespelen begint het best door dezelfde handelingen te stellen, als een kind doet in zijn spel. Door spel te spiegelen, stap je als het ware in het spel van dit kind, of van het groepje kinderen. Je kan je eigen spel gaan verwoorden (“Ik trek de pop een truitje aan. Het is koud.”), je kan ook het spel van de kleuter(s) verwoorden (“Jij geeft de pop een flesje, want ze huilde van de honger”).Je kan de handelingen van de kleuter(s) ook bevestigen, prijzen. Dit kan ook opgemerkt worden door de kleuter(s), waarbij spontaan interactie ontstaat. Op deze manier doe je op een informele manier aan taalstimulering, maar ontstaat er tegelijk een gezellig moment tussen leerkracht en kleuter(s). Als leerkracht leer je de kleuter beter kennen en als kleuter ervaar je de leerkracht als een fijne persoon, die tijd maakt voor jou, naar je luistert en graag met je speelt.
Dit alles kan voldoende zijn. Als je het spel verder wilt uitbreiden of verdiepen, om de zone van naaste ontwikkeling bij de kleuters aan te spreken, kan dit vanaf dit moment, wanneer je helemaal ‘in’ het spel zit. Je kan zelf een bepaalde rol aannemen, om de kleuter te laten zien wat de rol inhoudt, je demonstreert dan bv. wat je doet als je een pop in bedje legt, je verwoordt daarbij ook je handelingen. Je kan andere activiteiten bij het spel betrekken, bv. je kan vragen om in de winkel nieuwe luiers te halen, of een kaart in te kleuren voor de verjaardag van de pop. Je kan dus nieuwe impulsen geven als het spel dreigt vast te lopen. Geef dus doen, denken en taal impulsen.
Wanneer je door jouw observerende houding, bepaalde emoties opmerkt bij de kleuters, moet je deze erkennen en ga je deze best ook verwoorden. Het kan heel heilzaam zijn voor kinderen, hun gevoelens in het spel te kunnen en te mogen uiten.
Opruimen: zorg voor een doos voor de kleine spullen en een rekje voor de grotere voorwerpen. Kleuters die niet goed opruimen voelen zich vaak onzeker. Door hen individueel aan te spreken en precies aan te geven of voor te tonen wat je precies verwacht en hoe ze het kunnen doen, help je . Pictogrammen dienen als herkenningsteken bij de juiste plaats.
Stimuleer hoekoverschrijdend spel (impuls verbreden). Laat het spel kansen om te groeien, over de hoeken heen. Zo ontwikkelt een spel zich tot een leerrijk thema.
In de aankleding en verrijking van de huishoek die je ook aandacht te hebben voor ontluikende geletterdheid en wiskunde initiatie: functioneel kennismaken met lezen, schrijven, getallen, hoeveelheden (impuls toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden).
Een kleuter kan· de krant ‘lezen’, een recept opzoeken en ‘lezen’ (tip: kinderkookboek met stappenplannen), een eigen recept noteren/tekenen, een telefoonnummer noteren en intoetsen, een boodschappenlijstje ‘schrijven’ en er vervolgens mee naar de winkelhoek trekken, de kleuter laten nadenken over de kostprijs van al zijn aankopen, de kleuter kan voedingswaren wegen in de keuken, enz.
Aandacht voor elk kind
Zorg voor de emotionele ontwikkeling:
Vaak zie je wel wie emotionele problemen heeft, of je merkt het op door gerichte observatie. Speel mee met de kleuter, zo kan je zijn spel verrijken maar ook meer te weten komen over wat bij de kleuter leeft.
Je kan specifieke kleding of andere spullen voorzien waarmee de kleuters hun ervaringen kunnen ‘spelen’ en verwerken.
Kleuters met een andere thuiscultuur dan de Westerse cultuur kunnen zich veiliger voelen als ze bij de poppenhoek ook met spullen kunnen spelen die ze herkennen van bij hen thuis. Dit betekent voor de andere kleuters ook een verrijking.
Zorg voor de sociale ontwikkeling:
Wanneer kleuters nog moeilijk tot rollenspel komen:
Speel in op de interesses of leefwereld/thuissituatie van die kleuter en bouw daarrond een eenvoudig rollenspel op, door ook zelf mee te spelen. Scenariodozen of voorstellen tot handelingen kunnen deze kleuters stimuleren om tot een rijker spel te komen.
Wanneer kleuters moeilijk tot samenspel komen:
Ga zelf even meespelen, en nodig in het spel verschillende kleuters uit om met elkaar in interactie te gaan.
Wanneer kleuters wat meer complex rollenspel aankunnen:
Voorzie meer/andere attributen, zodat deze kleuters hun rollenspel kunnen uitbreiden. Peil daarvoor ook naar de interesses van de kleuter. Je kunt ook inspiratie geven om nieuwe rollen te spelen, die wat minder voor de hand liggen, (bv. een loodgieter of andere vakman die langskomt), of je kan samen interessante scenario’s bedenken (creativiteit stimuleren!). Deze kleuters kunnen extra prikkels krijgen om hun spel te verdiepen met scenariodozen of voorstellen tot handelingen. Deze kleuters kunnen zelf ook inspiratie geven tot het opbouwen van scenariodozen en -lijstjes.
Zorg voor de taalontwikkeling:
Benoem duidelijk de gebruikte materialen en handelingen. Gebruik een rijke taal, die voor de desbetreffende kleuter een verrijking betekent. Stel vragen m.b.t. het spel (bv. speel zelf ook een rol en laat dit personage de kleuter dingen vragen) waardoor de kleuter ertoe aangezet wordt om zelf veel te praten.
Stimuleer de kleuter ook om aan een andere kleuter iets te vragen, iets te zeggen, om tot een gesprekje te komen.
Zorg voor de cognitieve ontwikkeling:
Je kunt kleuters wiskundige begrippen speels laten ontdekken en integreren. Dit kan je stimuleren door materiaal aan te bieden die automatisch leidt tot ervaringen i.v.m. wiskundige ontwikkeling Zo kan je de kleuter laten seriëren door de pannen laten in elkaar te zetten (verschillende groottes), voorwerpen/voedingswaren kunnen gesorteerd worden, enz. Daarbij verwoord je alles goed. Je kan kleuters elkaar ook laten helpen hierbij (zeker bij gemengde leeftijdsgroepen), zo stimuleer je meteen ook de sociale ontwikkeling.
Zorg voor de ontwikkeling van de kleine motoriek en de zelfredzaamheid:
Stimuleer klein motorische handelingen zoals het opendoen en dichtdoen van sluitingen, het roeren in potjes, het dekken van de tafel, enz. Je kunt doen alsof je iets morst, en de kleuter vragen het schoon te maken met behulp van een doekje, stoffer en blik, …
Voorbeelden
Scenariodoos kapper