Kleuters worden kleinmotorisch steeds vaardiger. Het aanbod kan verruimd worden naar kledij die beantwoordt aan de nieuwe mogelijkheden van de kleuters. Haken- en ogensluitingen zijn mogelijk. Een variatie aan sluitingen kan gebruikt worden, ook veters, maar deze zijn nog moeilijk te strikken.
Juwelen (allerhande halssnoeren, armbanden, polshorloges, gespen,…) en de slotjes voor de juwelen bieden nieuwe uitdagingen op vlak van sluitingen, en zetten ook aan tot nieuw creatief spel. Juwelen horen in juwelendoosjes, met slotjes, magneetsluitingen, enz.
Denk ook aan kledij die overeenstemt met de seizoenen.
Kledij die eigenlijk bedoeld is voor volwassenen, is vaak aantrekkelijk voor de kleuters: een jurk, schoenen, een vest, …
Kleren kunnen over kleerhangers gehangen worden.
We bieden ontwikkelkansen
Kleding aan- en uittrekken, is een oefening voor de kleine motoriek.
MZkm1 Zelfredzaam zijn in het uitvoeren van manipulatieve handelingen in verschillende situaties; deze handelingen nauwkeurig, gedoseerd en ontspannen uitvoeren.
Met de kledij aan leven kleuters zich volop in in een bepaalde rol, en spreken ze hun fantasie aan.
MUgr2 Durven fantaseren en verbeelden
MUva3 De technische en expressieve vaardigheden die nodig zijn om zich muzisch uit te drukken in beeld, muziek, dans en drama verfijnen
Groeien in spel
Klein motorisch handelen en zelfredzaamheid:
De meeste kledingsstukken kan de kleuter al zelfstandig aan- en uittrekken. Alleen bij echt strakke kledij en bij moeilijke sluitingen kan hulp nog noodzakelijk zijn. Veters strikken en gespen hanteren lukken na het aanleren en inoefenen.
Manipulerend spel:
Ook vijfjarigen kunnen nog opgaan in het manipulatief spel. Het manipulatief spel blijft altijd een basis, het manipuleren is altijd belangrijk in het verkennen van nieuwe spelmogelijkheden, ook nu de kinderen in hun spelontwikkeling al een stap verder zijn.
Doen alsof-spel:
Rond de leeftijd van vijf jaar kunnen kleuters al helemaal opgaan in een echt, interactief, thematisch rollenspel.De verschillende rollen worden aan elkaar gelinkt en er wordt een ‘verhaal’ gevormd.
De kleuter bootst grote mensen na, maar ook allerlei figuren uit verhalen.
De meeste kleuters kunnen op vijfjarige leeftijd reeds samenspelen. In een eerste fase overheerst nog het associatief spel, samen spelen zonder een gemeenschappelijke taakverdeling of doel. Later komt daarbij ook het coöperatief spel, waarbij er een gemeenschappelijk plan of gemeenschappelijk doel is, en er dus ook over rollen, taken en spelactiviteiten wordt onderhandeld. Bv. “Ik ben de opa. Jij mag me telefoneren en zeggen dat je op bezoek komt.” Op die manier tonen kleuters ook initiatief, ondernemingszin.
Begeleiding van de leerkracht
Observeer het spel van de kleuter. Verrijk het spel door vragen te stellen, mee te spelen of door zelf nieuwe spelmogelijkheden of spelthema’s/scenario’s·aan te reiken. Hulp bij het aankleden kan nodig zijn, ook nog soms bij het uitkleden.
Extra zorg / differentiatie
Wanneer een kind emotionele problemen heeft:
Vaak zie je wel wie emotionele problemen heeft, of je merkt het op door gerichte observatie.
Bv. een kleuter kiest steeds dezelfde spullen, of speelt altijd dezelfde rollen in de verkleedhoek.· Speel mee met de kleuter, zo kan je zijn spel verrijken maar ook meer te weten komen over wat bij de kleuter leeft.
Je kan specifieke kleding of andere spullen voorzien waarmee de kleuters hun problemen kunnen ‘spelen’ en verwerken, of waarmee ze zich gewoon wat kunnen afreageren.
Kleuters met een andere thuiscultuur dan de Westerse cultuur kunnen zich veiliger voelen als ze in de verkleedhoek ·ook materialen herkennen· die zij thuis gebruiken.
Zorg voor de taalontwikkeling:
Benoem duidelijk de gebruikte materialen en handelingen en laat het kind het scenario eens aan je uitleggen. Stel vragen m.b.t. het spel (bv. “Welke persoon ben je nu?”; “Wat zal de piraat doen?”, “Wat kan er allemaal gebeuren wanneer je piraat bent?”) waardoor de kleuter ertoe aangezet wordt om zelf veel te praten.
Zorg voor de ontwikkeling van de kleine motoriek en de zelfredzaamheid:
Nodig de kleuter uit om in zijn spel klein motorische handelingen te stellen. Bv. “Jij zou graag eens een koning zijn, hé. Doe jij eens deze jas aan? We gaan het dan samen dichtknopen.”
Sluitingen hanteren vergt soms de beheersing van een aantal deelvaardigheden.· Handelingen deel je dan op in kleine stapjes.
Eventueel kan een sluitingendoek ook helpen bij het aanleren van bepaalde handelingen.