De weerkalender invullen kan deel uitmaken van het onthaal. De weerkalender kan een klein aantal weeraspecten bevatten: zon, regen, wolken, eventueel ook wind. Gebruik als weerkaartjes duidelijke foto’s van herkenbare weertypes. Beperk je tot een vier of vijf foto’s, je kan ze wel aanpassen aan het seizoen. Hang enkel het juiste weerkaartje uit.
We bieden ontwikkelkansen
Om de weerkalender juist te zetten, moeten de peuters, onder begeleiding, goed naar buiten kijken om het weer waar te nemen, om vervolgens het juiste weerbeeld te benoemen.
Op die manier kunnen we werken aan de persoons- en cultuurgebonden ontwikkeling (Zill, katholiek basisonderwijs, Vlaanderen) .
MZzo1 Gericht en intens waarnemen met de zintuigen
OWti2 Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken
OWna6 Het weer en het klimaat waarnemen, onderzoeken, beschrijven en vergelijken; aantonen hoe leefgewoonten mee bepaald worden door het weer en het klimaat…
Groeien in waarnemen en taal
Peuters zijn nog volop taal aan het verwerven. Deze begrippen maken ze zich geleidelijk eigen: wolken, wind, regen, sneeuw, warm, koud.
Peuters kunnen samen met de leerkracht naar buiten kijken en samen waarnemen of de zon er is, of dat het regent.
Begeleiding van de leerkracht
Het is voldoende om één keer per dag expliciet stil te staan bij het weer. Ga samen met de peuters het weer waarnemen. Zorg dus dat ze naar buiten kunnen kijken. Stel eenvoudige vragen : “Zie je de zon?”, “Zie je wolken?”
Je kan ook verwijzen naar de juiste kledij die peuters dragen bij dit weer.