16 september 2015

Het debat

Bekijk volgend nieuwsfragment (Terzake, 2014).

OPDRACHT:

– Welke toon blijkt uit de reportage?

– Welke positieve gevolgen van nieuwe media worden in de reportage benoemd?

– Welke negatieve gevolgen van nieuwe media worden in de reportage benoemd?

Geregeld duiken in het nieuws berichten op die ons waarschuwen voor negatieve gevolgen van media op jonge kinderen. Ze komen niet alleen méér in contact met media, maar ook met media die steeds realistischer en gewelddadiger worden (Valkenburg, 2002).

Zo zou veelvuldig mediagebruik op jonge leeftijd leiden tot ontwikkelingsproblemen. Een krantenkop als ‘tablets voor kleuters is kindermishandeling’ is schering en inslag. De meeste studies leggen alleen een verband met televisiekijken: het beïnvloedt hun sociale vaardigheden, ze hebben meer risico om gepest te worden, meer risico op het stellen van agressief gedrag, meer concentratieproblemen of ADHD, ze zijn later minder taalvaardig, ze hebben minder zin in sport en bewegen met meer risico op obesitas. Ook het spelen van games komt vaak heel negatief in beeld. Verslaving, slechtere schoolprestaties, agressie en vluchtgedrag worden vaak gekoppeld aan gamen (Valkenburg, 2002; Nikken, 2011).

Onderzoek naar mogelijks negatieve effecten van het gebruik van andere media dan televisie, is er nauwelijks. In feite is er heel weinig bekend over in hoeverre digitale media de ontwikkeling van kinderen belemmeren of bevorderen.

Voor oude media ligt dat wel anders; het is duidelijk bewezen dat voorlezen belangrijk is voor de taalontwikkeling (van Kruistuim, 2016). Er zijn studies die aantonen dat digitale prentenboeken, educatieve televisieprogramma’s waarin verhalen centraal staan en computerprogramma’s effectief de woordenschatontwikkeling stimuleren. Een kanttekening hierbij is dat dit onderzoek werd uitgevoerd in een kunstmatige setting in plaats van in de klaspraktijk. Daarom is er nog altijd weinig geweten over effectief gebruik van digitale media in het onderwijs, zeker wat het kleuteronderwijs betreft (Voogt, Mc Kenney, Bus e.a., 2016).