Feedback geven en evalueren zijn belangrijke stappen in het schrijfproces. Deze cruciale bouwsteen leer je hieronder kennen in de kennisclip. De aandachtspunten en mogelijkheden om feedback te geven, lees je ook onder de video.
Feedback is in het schrijfproces een cruciale stap. Schrijven, bijsturen en herschrijven is onderdeel van de schrijfcyclus. De evaluatie van het schrijfproces en het schrijfproduct kan je als leerkracht zelf voor je rekening nemen, maar ook leerlingen kunnen hun eigen of elkaars teksten en het schrijfproces tegen het licht houden.
Gepast en opbouwend feedback formuleren, is een kunst. Om goed feedback te geven moet je selectief en doelgericht zijn. Een beperkt aantal heldere kwaliteitsverwachtingen is hierbij cruciaal, zodat je ook net op die kwaliteitskenmerken feedback kan geven. Actief werken met voorbeelden en gesprekken over die criteria laten je toe om verwachtingen helder te stellen.
Feedback moet ook motiverend, specifiek en behulpzaam zijn. Formuleer feedback dus niet als eindpunt, maar als startpunt en laat leerlingen bewust met feedback aan de slag gaan. De aandachtspunten gaan niet enkel over spelling en zinsbouw, maar houden ook rekening met de structuur van de tekst, het tekstdoel, de tekstcriteria …
De leerkracht zorgt door het geven van gevarieerde feedback voor een brede evaluatie. Niet enkel het product wordt beoordeeld, ook het proces komt aan bod. Bij de beoordeling van het product gaat de feedback verder dan de vormelijke kenmerken. Ook feedback op het schrijfdoel, een terugkoppeling naar de tekstcriteria, een reflectie over de structuur en de aanpak van het schrijfproces zijn belangrijke aandachtspunten om tot een goede evaluatie te komen.
Als leerlingen de nodige handvaten krijgen om hun eigen tekst en proces onder de loep te nemen, kunnen ze ook zelf evalueren. Een zelfevaluatie of zelfreflectie in de vorm van een checklist met heldere criteria kan daarbij helpen. Reflecteren over de vooropgestelde (product- en proces)doelen is ook een manier om terug te blikken en bij te sturen.
Op dezelfde manier kunnen leerlingen ook elkaars teksten beoordelen. Bij peerevaluatie leren leerlingen niet enkel hoe ze een andere tekst kunnen evalueren en helder feedback kunnen schrijven. Ze leren de criteria voor een goede tekst ook nauwkeuriger kennen en kunnen die vervolgens op hun eigen werk toepassen.
Heldere evaluatiecriteria zijn belangrijk. Die criteria kan de leerkracht op voorhand meedelen, maar leerlingen kunnen ze ook zelf inductief uit voorbeeldmateriaal of voorkennis afleiden. Via co-assessment (samen evalueren) begeleidt de leerkracht de leerlingen om tot een zelf opgestelde criterialijst te komen.
De leerkracht geeft uiteraard ook geregeld zelf feedback. De feedback kan bedoeld zijn om te groeien of om te evalueren (formatief of summatief). Ook bij evaluatie is een heldere terugkoppeling belangrijk met oog op schrijfopdrachten die nog komen. Elke leerling kan de belangrijkste aandachtspunten voor zichzelf bijhouden en ernaar teruggrijpen bij een schrijfopdracht. Er wordt effectief iets gedaan met de gegeven feedback. Ze ondersteunt de leerkracht leerlingen echt in het proces.
Als hulpmiddel bij de evaluatie van teksten kunnen ankerteksten en beoordelingsschalen nuttig zijn. Bij een schrijfopdracht worden (authentieke) ankerteksten van verschillende kwaliteit op een schaal geplaatst. Daarbij staan criteria die helpen bij het inschatten van de tekst die je wil beoordelen. Op die manier kan je teksten onderling gaan vergelijken. De leerkracht bewaart dus best authentieke schrijfproducten om later als voorbeeldtekst of als ankertekst te gebruiken.