Bij spontaan spelen putten de kinderen hun ‘spelstof’ uit hun leef- en belevingswereld. Daar ligt de oorsprong van dramatisch spel.
Er zijn sterk gestuurde en geïmproviseerde spelen. Sterk gestuurd spel verloopt volgens een vrij strikt patroon. Vrije, geïmproviseerde spelen komen zonder veel regels en materiële middelen tot stand. Die vragen wel een maximum aan vindingrijkheid en inlevingsvermogen. Ze zijn vrij persoonlijk, want de speler zelf bepaalt de inhoud en het verloop. Tussen deze twee uitersten ligt een zeer brede waaier aan spelmogelijkheden. Ze lopen over een continiuüm van (voor)gestructureerd spel naar heel open, zeg maar spontaal spel.
Dramatisch spel zoals voor het onderwijs bedoeld wordt, kent tal van vormen. Die lopen eveneens van gestuurd, via begeleid naar geïmproviseerd, vrij spelen. Bijvoorbeeld van regelspel, via begeleid spel naar vrij spel. Of van rollenspel via afspraakspel naar improvisatiespel.