Het juiste register?!

Als leraar is het belangrijk Standaardnederlands te schrijven of spreken. Binnen het Standaardnederlands kun je echter kiezen uit verschillende registers of stijlen die je ter beschikking hebt om je taalgebruik aan te passen aan de situatie en aan het publiek. Andere situaties vragen om andere woorden en/of zinsconstructies. 

Formeel of informeel?
Als we tegen iemand spreken die we niet kennen of we spreken tegen een persoon die veel aanzien heeft (een directeur, een baas van een bedrijf,…) dan kiezen we voor een formeel register. Dat register voelt afstandelijker aan dan een informeel register. We herkennen dat taalregister het best aan het gebruik van ‘u’ en ‘uw’ en we gebruiken in geen geval dialectwoorden.

Spreken we tegen vrienden, dan vervallen we sneller in een informeel taalgebruik (of een persoonlijk register). We zijn wat losser met de regels van de standaardtaal en spreken mensen eerder met ‘je’ of ‘jouw’ aan.

Voor deze cursus is het belangrijk dat je begrijpt dat directie, docenten, mentoren en ouders steeds in het formele taalregister aangesproken of aangeschreven worden!