Als eerste oefening adem je in en maak je je buik ‘dik’. Terwijl je uitademt ze je de lange [f] of [s]. Adem helemaal in en duw ook alle lucht er weer uit. Doe dat vijf keer ’s morgens en vijf keer ’s avonds om je buikademhaling te trainen.
Begin met het inoefenen van het uitspreken van korte zinnen:
• een kink in de kabel
• van de hak op de tak springen
• met de kippen op stok gaan
• in kannen en kruiken
• de klant is koning
• op zijn poot spelen
Hoe meer druk je uitoefent op het middenrif, hoe luider je spreekt. Je hoeft dus niet je stem te forceren om luider te spreken.
https://player.vimeo.com/video/138087965
Wil je langere zinnen uitspreken, dan moet je ademritmisch spreken. Dat wil zeggen dat we de buikwand intrekken als we praten en die loslaten als we stoppen met denken.
• Ik geloof dat hij op het ogenblik in Zweden is.