Basistechniek 2: stemplaatsing
Manier 1: pittigheid
Een goede articulatie zorgt voor verstaanbaar spreken. Goed articuleren of pittig articuleren is het tegenovergestelde van binnensmonds mompelen. Alle lettergrepen van een woord worden duidelijk gevormd en er worden geen stukken/lettergrepen ingeslikt.
Om goed te articuleren moet er voldoende beweging zijn van de spraakorganen: tong, lippen en kaak. Dan klinken de medeklinkers duidelijk onderscheiden en pittig en worden de klinkers niet binnensmonds, maar vooraan in de mond gevormd, waardoor ze helder klinken en ver dragen.
Pittig articuleren = de luchtstroom naar de voorste driehoek van de mond richten.
Om pittig te articuleren moet jeĀ veel oefenen. Bij alle oefeningen moeten de spieren die niet bij de oefening betrokken zijn, ontspannen blijven.
Drie kernwoorden bij articulatie zijn: open – voor en pittig!
- Open: Wees niet bang om je mond mee te laten bewegen. Laat je kaak openvallen telkens je een [a]-klank maakt. Zorg ervoor dat je mond ontspannen kan openen. Dit kun je oefenen door een kurk tussen je voorste tanden te steken en zo te spreken, daardoor moet je je mond veel actiever bewegen om jezelf verstaanbaar te maken. Het is logisch dat je je kaken voelt na het actief spreken, hoe meer je oefent, hoe meer je daaraan gewoon wordt!
- Voor: Je woorden moeten naar buiten, je moet ze dus projecteren.
- Pittig: Spreek alle klanken zo goed mogelijk uit en oefen op opeenvolgingen van klanken.
https://player.vimeo.com/video/138087981